We zijn met de grond gelijk gemaakt. Onze vesting, waar we jaren aan bouwden, werd tot op de fundamenten gesloopt; terwijl gij en ik, allebei, muren bleven optrekken. Links en rechts, voor en achter. Zo veel muren dat ons huis veranderde in een doolhof, een labyrint waarin we elkaar uit het oog verloren. Zo veel muren dat we niet meer in staat waren te zien wat ontbrak; wat brak en brandde, wat bloedde en strandde. In 1 woord: Tragisch.

Het ging ons niet overkomen, maar chaos bleek onvermijdelijk. De entropie heeft toegenomen tot haar orgelpunt en onze energie is tot wanorde herleid. Ondanks ’t feit dat we er allebei wilden zijn voor elkaar groeiden we met verloop van tijd uiteen. Confronterend dat het net vereenvoudiging is die afstand creëert, of hoe ‘wij’ nu opnieuw wordt teruggebracht tot ‘Gij en ik’. Gij en ik, die dachten voor altijd te zijn. Onze werkelijkheid bleek dan toch niet volledig te overzien, ons radarwerk dan toch onvoorspelbaar.

Schrijnend, want het toeval leek niet te bestaan toen we op elkaars pad kwamen, alsof we voor elkaar waren gemaakt. Elk met ons gebreken en imperfecties en toch zo schoon. We pasten als puzzelstukken in elkaar, en toch… onze continentendrift blijkbaar onvermijdelijk. De afstand is ontstaan en zal voor altijd blijven groeien. ’t Is als de expansie van het heelal. Onbewust overschreden we de grenzen van onze dynamiek en raakten we elkaar kwijt, ook al bracht de wereld ons net dat ene prachtige iets dat ons voor altijd aan elkaar verbindt. Ik zie het woord in de sterren boven mij geschreven: Tragisch.

We hielden elkaar spiegels voor en verstopten ons gezicht te vaak achter een masker van zwijgen. Al wilden we schreeuwen, elkaar de hand reiken en met tranen de kloof tussen elkaar dichten. Zelfs in elke omhelzing en elke kus, die beiden meerdere eeuwigheden aan herinneringen in de afgelopen jaren wisten op te bouwen, voelen we de afname van warmte, van energie. Het stuk is gespeeld, de strijkstok die over de snaren huilde, streek en schuurde laat nu los, de schoonheid die ze bezong verdwijnt. De begeleidende klanken die deinden doorheen de toetsen van de piano strekken zich in stilte uit. Wankelend voorbij de horizon van ons gehoor, klankendrift.

Het lied in mij heeft momenteel geen woorden meer. De stemmen neuriën een onuitgesproken melodie, niet langer boven het tapijt dat de strijkers met grote harmonieën speelden op mijn meest gevoelige snaren. Ik moet mij aan de zachte, wegebbende stemmen vastklampen om mijn geduld in het donker niet te verliezen. Ach, mocht geduld ruwer zijn was het eenvoudig, maar ze is zo teder. Geduld is zo zacht dat ze te eenvoudig van tussen onze vingers glipt. Ook zij fluistert het mij toe: Tragisch.

Mijn pen bevat een vlam die soms vergeet dat ze de verwoestende kracht van vuur in haar draagt. Ze is klein, maar instinctief. Gestuurd door een oerkracht, primordiaal. Ze brengt warmte, maar daarmee onlosmakelijk pijn als ge ze te lang vasthoudt. Dat is oké. Pijn is oké. Net zoals ge druk moet uitoefenen om iets te boetseren; uw vormen kwellen. Hoe onnatuurlijk het soms tegen de richting in vloeit. Uiteindelijk mag het proces ook zeer doen, het zal niet de hele tijd mooi zijn. Want zo lang ge er in blijft kneden zal het niet breken. Ik voel de pijn uit mijn vingers vloeien met elk geschreven woord. Dansende letters, ceremonieel, meditatief.

Panta Rhei, alles vloeit. Tot de inkt zich vastzet op papier. En dan niet meer. Alef, Mem, Nun. Het zij zo. Hier sluiten de sluizen. Hier voorbij ziet ge de tranen niet meer, is het een zee van de schoonste en de meest moeilijke verhalen die ooit verteld zijn. En ze zullen voor altijd blijven bestaan. Ook al horen we ze niet meer, ook al drijft alles steeds verder uit elkaar. Woordendrift.

Nog een laatste keer: Tragisch.

Het is fataal.

Matthias, januari 2023, omdat de poorten van vorig jaar sloten onder het gewicht van
onuitgesproken woorden en zacht rollende druppels verdriet, maar ook omdat dit jaar begint met een getemperde
glimlach, als zonnestralen door de nevel van ons bestaan, de herinneringen voor altijd mooi.