Liefde leeft, liefde groeit en liefde ademt, net zoals jij, mijn prachtige vrouw. Jij, die in al je kwetsbaarheid de puurste emoties doet rijpen. Je kijkt gouden sterren uit de lucht en hebt een visie die verder reikt dan de horizon. Hoe eindeloos de afstand tot daar ook lijkt te zijn en hoe ruw het pad onder je voeten, je zacht gesponnen en onuitgesproken dromen zullen je wiegen, als een schip bevestigt aan de reizende wolken. En ik sta u bij, met het stuk van jezelf dat je jaren terug aan mij gaf, veilig ondergebracht in de kamers van mijn hart. Waar het leeft, waar het groeit en waar het ademt, net zoals jij, mijn prachtige vrouw.

Ik zal u kleden met satijnen woorden, zorgvuldig gekozen om alles wat mooi is aan u te accentueren. Zinnen, gevormd om enkel jouw lichaam te sieren, om enkel jouw lippen te raken en jou, als de geur van parfum, te bedwelmen. Laat mijn stem zijn als een glas wijn, drink gulzig van alles wat ik je te zeggen heb, neem het tot jezelf en laat je zintuigen de grenzen van het heelal opzoeken eens ik in stilte je huid streel. Laat mij u kronen tot koningin van mijn bestaan, de vrouw die mijn seizoenen kent. Warm mij in mijn winters, plant uw wijsheid in mijn lentes. Pluk de vruchten van mijn zomers en droog mijn tranen als de herfst haar intrede doet, alles is van en voor jou.

Sla je vleugels uit en heb vertrouwen, mijn lieveling, de dagen zijn soms kort en de nachten lang, maar alles baadt op haar eigen manier in schoonheid, in het licht van de hemel en elk van haar lichamen. Jij, die schittert en straalt, bent het antwoord op de vragen die onuitgesproken brandden toen mijn canvas niet beschilderd raakte, toen ik het zwart enkel voor mijn ogen zag en niet sierlijk gekruld op mijn blad. Jij nam mijn hand, zette de punt van mijn pen op je borst en liet mij jou beschrijven. Alles vloeide.

Jij hebt de kennis en de kracht, de aanraking van een zachte penseel. Hoe je mij beroert en bemint met het vuur van morgen in je mond, de rede die me de toekomst inleidt, waar jij zelf zal zijn, met gezalfde handen en met tijd die al mijn wonden heelt. Je huid gloeit tegen dat van mij. Je spreekt en de twijfel wijkt, je kust en ik ontwaak. Stil zal ik niet staan, met jou ga ik door, met jou is mijn wandel als een dans op het groenste gras, met de dauw als vloeibaar kristal, die de melodie van het leven zingt en speelt, druppel na druppel, als vingers over de snaren van een harp, onder een open sterrenhemel, als een lofzang voor alles wat ons te wachten staat.

De tijd tikt en haar armen omhelzen u, zij wil u net als ik al het mooie laten zien. Ze plaatst een spiegel voor uw aangezicht. Kijk naar de vrouw die met het grootste verlangen naar haar man kijkt. In haar geliefde al het wonderlijke van de wereld ziet, want ook hij ziet in alles wat zij is de geboorte van genot, een zintuiglijke ode aan alles wat leeft, groeit en ademt, net zoals jij, mijn prachtige vrouw.

– Matthias, 29/11/2016, voor jou, want onze liefde zal altijd leven, groeien en ademen.