Ik heb u met bevende handen mijn lichaam gegeven, met al zijn onvolmaaktheden. Stil en met het bangste hart fluisterde ik “alsjeblieft”, maar voordat de laatste lettergreep mijn lippen verliet, hadden die van jou de mijne al gevonden. Je kuste mij dankbaar en straalde een licht dat zelfs de zon niet kent, je lippen lieten me los en ik haalde voorzichtig adem.

Ik hield mijn ogen dicht, maar jouw hand vertelde al strelend aan mijn wang dat ik je mocht aankijken. Zelfs zonder een pen vast te nemen kon ze woorden moeiteloos tevoorschijn toveren, overal was haar canvas. “Kijk hoeveel ik van alles van je hou.”, spraken je vingers tegen mijn hart. Ze liepen over elke lijn en put die ik zo hard verafschuwde aan mezelf, maar ze voelden zo vertrouwd aan als ze even bleven hangen. “Dit is mooi”, je gloeide, “en dit ook”, je raakte, “en vooral dit.”, je slaakte, een zucht, “je naam smaakt naar suikerspin” en je herhaalde, het woord werd de beweging en de beweging vloeide, vlot als inkt over papier.

“Alles aan jou is schoonheid”, je woorden resoneerden en overspoelden. Het zou niet de eerste traan zijn die rolde, maar wel de eerste die zich een weg naar een glimlach baande. De anderen had ik gedetailleerd gevolgd in de spiegel, die liepen langs elke imperfectie tot ze geen woorden meer hadden, en dan bevestigde ik, elke keer opnieuw, dat ik niet voldeed. Tot vandaag, tot de avond samen met mijn kleren viel, en jij datgene aanschouwde waar ik niet meer kon naar kijken, en voor het eerst, we elkaars mening niet deelden.

Door jou leer ik mezelf aanvaarden om wie ik ben. Je leert me zacht zijn voor alles wat ik al die tijd veroordeeld heb. Mezelf beetje bij beetje liefhebben. Eén stukje huid, één gebrek per keer, leer je me mezelf overtuigen, met dezelfde trillende handen en dezelfde trillende tranen in mijn ogen, klaar om te vloeien, mijn groeven te vullen als een rivier die haar bedding opnieuw vindt, dat ik wél waardig ben. En daarvoor ben ik jou dankbaar. Jij met je mooie handen, je mooie lippen en je mooie huid. Jij met je mooie lichaam. Jij met je adembenemend mooie ziel.

Leef naast mij en wees mijn zicht als ik het zelf niet zie, leer mij van me houden zoals jij dat kan en ook doet, elke dag opnieuw.

Matthias Soberon, 07/09/2016, voor iedereen die wel eens aan zichzelf twijfelt en de spiegel ontwijkt met een blik gericht naar de grond. Je bent wél mooi, ook al zien soms enkel de ogen van een ander die waarheid.